Het begrip leidingdruk wordt gebruikt om de druk aan te duiden die op de waterleidingen in een gebouw staat. Wanneer de leidingdruk hoog genoeg is, is het mogelijk om op verschillende punten in een gebouw water uit een kraan te laten stromen. Doorgaans zorgt het waterbedrijf ervoor dat de leidingdruk 2,5 bar is. Dit is echter de druk bij binnenkomst van een gebouw. De leidingdruk moet minimaal 1,5 bar zijn om bijvoorbeeld een cv-ketel te laten werken. Op de begane grond ligt de leidingdruk doorgaans een stuk hoger dan op hoger gelegen etages. Het water moet hier immers omhoog stromen, waardoor de druk automatisch afneemt.